Haagse tovenaar: een landelijke praktische geneesheer, die een kleine formele training heeft of helemaal niet.

Halloween: een andere naam voor Samhein.

Handfasting: de versie van trouwen alleen dan in Wicca. Het is alleen legaal als het wordt opgevoerd door een geregistreerde priester.

Handparting: hetzelfde als een scheiding, symbolische het doorsnijden van de bindingen die zijn gemaakt bij handfasting.

Haruspitie: divinatie door ingewanden van dieren.

Heidens: 1) iemand die niet de God van de Bijbel herkent. 2) een pagan 3) een ongelovige, onbeschaafd persoon. Kan gebruikt worden in deze context als een vernederende term voor een pagan, ondanks het feit dat het een onnauwkeurige generalisatie is.

Heks: een beoefenaar van hekserij of wicca. Een heks hoeft niet persé een aanhanger van wicca te zijn, maar wicca-aanhangers noemen zich wel altijd heksen.

Hekserij: een eeuwenoude natuurreligie. Aanhangers van hekserij beoefenen vaak magie, waarbij zij verschillende god(inn)en of juist een God en een Godin aanroepen.

Heptagram: een ster met zeven punten, die symbool staat voor de zeven traditionele astrologische planeten en de zeven chakra's.

Hexagram: een zespuntige ster, joods van oorsprong. Wordt gebruikt om geesten aan te roepen of weg te sturen.

Hierophant: een priester van de mysteries die zijn geheimen alleen bekend maakt naar deze inwijdingen.

Hoge Magie: ceremoniële magie, tijdens welke geesten of god(inn) opgeroepen worden.

Hoge Priester: een mannelijke leider van een coven.

Hoge Priesteres: een vrouwelijke leider van een coven.

Hogere eigen persoon: niet=fysiek, je echte ik.

Huis-, tuin- en keukenheks: heks die vooral de praktische kant van wicca beoefent met behulp van huishoudelijke middelen.

Hydromantie: divinatie door vloeibare, speciale water.